door

Interview: “Imperfectie zou die stad een stuk mooier maken”

De nieuwste aanwinst van FMN is Vincent Kouters. Met een master Urban, Port and Transport Economics en een blijvend verfrissende blik op verstedelijking en het vervoer daarin voelt hij zich al helemaal op zijn plek. Hoe is hij in de immer bewegende wereld van mobiliteit verzeild geraakt en wie is Vincent achter het masker van professionaliteit? 

Waar Vincent vandaan komt blijkt niet helemaal eenvoudig te duiden. Vincent is geboren in Leiderdorp, maar “weet eigenlijk niet eens waar het precies ligt.” Geen schande, daar enkel het ziekenhuis daar hem het wereldlicht toonde. Eerste woonplaats Alphen aan den Rijn is ook niet direct een herkomst, want het gezin Kouters vertrok op zijn zesde naar Amersfoort. Daar in de Keistad voelt hij zich al meer op het gemak, maar huidige betonnen jungle Rotterdam komt het meest in de buurt van ‘thuis’. 

Dat blijkt ook als ik hem vraag naar de lelijkste plek die hij kent. “Aangezien ik in Rotterdam woon, zou je zeggen dat ik genoeg te kiezen heb, maar ik ben toch van de lelijkheid gaan houden. Als ik breder dan slechts een plek of ‘wijk’ mag kiezen: Almere. De stad is te ‘perfect’ gepland en mist de charme en spontaniteit die vaak ontstaat door de onvoorspelbare groei van oudere steden. Met hun smalle straatjes, pleintjes en verborgen hoekjes. In Almere blijft het wat sfeerloos. Een beetje meer imperfectie zou de stad een stuk mooier maken!”

(lees verder onder de foto)

– Voor Vincent (links) was het teamweekend direct een fijn binnenkomen –

Mobiliteit een langzaam gegroeide interesse

Liggend in de wieg of hobbelend over het schoolplein was een carrière in de mobiliteit nog niet het eerste waar Vincent aan dacht. Gangbaarder kinderdromen als astronaut of schilder (wél vroeg een grote bandbreedte) kietelden zijn verbeelding. “Eigenlijk is mobiliteit iets waar ik pas een paar jaar geleden mee bezig begon te zijn. Sowieso heb ik het heel lang allemaal open gehouden. Tijdens mijn studie Bedrijfskunde begon ik tijdens vakanties er steeds meer van te houden rond te slenteren in steden. En rond te kijken. ‘Wat maakt een stad goed of juist niet? Functioneel of aantrekkelijk?’ Daarbij begon op te vallen dat mobiliteit een belangrijke rol speelt, het een fikse knop is om aan te draaien is.”

Hij besloot de masterstudie Urban, Port and Transport Economics te gaan doen omdat dat in zijn geheel goed aansloot. De stap naar The Future Mobility Network was vervolgens niet heel groot meer, al had hij in het begin nog wel kleine twijfels. “Kijkende naar de website viel me op dat het team heel jong is. Ik vroeg me af of ik als starter daarin wel de juiste professionele groei kan doormaken. Iedereen leert hier echter snel door het gewoon te doen, je wordt als een kind in het badwater geworpen. Alle collega’s zijn capabel en met iedereen werkt het ook prettig samen. Ik kon gelijk mee op teamweekend en daarin leer je de meesten direct goed kennen. Het schuurt al af en toe tegen een vriendengroep aan!”

Daarbij komt ook nog eens een fijn kantoorpand, dat die benaming eigenlijk overstijgt. “De jeugdigheid en gemoedelijkheid merk je ook bij alle andere scale-ups in NEXT Delft. Je maakt niet met iedereen een praatje, maar het gebouw ademt innovatie en dynamiek. Er lopen niet alleen oude mannen in pak rond. Ook de werkomgeving is me 100% meegevallen, want vooraf was dat ook een twijfelmoment: is het niet fijner om je eigen bedrijfspand te hebben? Het fijne restaurant hier maakt het af.”

(lees verder onder de foto)

Blik op de mobiliteit

Over wat hij binnen FMN kan gaan bijdragen is hij helder. “Ik heb een onderzoekend karakter en vind het leuk om me in een onderwerp te verdiepen om zo tot kern van een probleem te komen. Dat komt in dit werk zeker van pas. De problemen in de mobiliteit zijn vaak vrij omvangrijk, maar juist door het tot op de bodem uit te zoeken kan je het klein maken en realiseren.” 

Dat dat ook weer niet zo eenvoudig is als het klinkt, is al in zijn eerste weken gebleken. “Fris van de studie en met veel idealen denk je natuurlijk dat er van alles mogelijk is, maar de realiteit is natuurlijk soms wat weerbarstiger. Er is niet overal plek voor meer groen of de afhankelijkheid van de auto zo 1-2-3 in te perken. Die uitdaging maakt het ook weer interessant.”

De auto’s ja. Het viel de interviewer op dat er op de terugweg van het reeds aangehaalde teamweekend in zijn auto veel bewondering was voor andere, langsrijdende karretjes. We halen ze bij FMN graag steeds meer uit het straatbeeld, maar individueel blijkt er toch een ingebakken bewondering. Bij Vincent is dat anders. “Ik heb nooit veel met auto’s gehad, maar als het mes op de keel zou worden gezet:  de sportwagens uit de jaren ‘80 zijn esthetisch erg mooi. Al zou ik geen specifiek model weten.”

(lees verder onder de foto)

Eend of Lada?

Of hij liever een Eend of een Lada zou rijden. “Dan toch een Lada. Onverwoestbaar en een nostalgische klassieker uit het Oostblok.” Het blijkt ook de opmaat voor zijn antwoord wat beter kan bij de mensheid. “Onze problematische relatie met overconsumptie. Het kopen van goedkope, overbodige en lage kwaliteit troep die we niet nodig hebben.” En dat kan soms ook in de perceptie van volume zitten. “De elektrische auto wordt vaak overschat, omdat deze nog steeds veel ruimte inneemt, relatief duur en niet de oplossing biedt voor congestie of de druk op stedelijke infrastructuur.”

Hij wil elektrisch rijden natuurlijk niet helemaal ontmoedigen. “Maar we moeten wel kritisch blijven over de beperkingen ervan. Het elektrificeren van de autovloot lost lang niet al onze mobiliteitsproblemen op. De fiets daarentegen wordt vaak onderschat, ondanks dat het een efficiënte, ruimtebesparende en duurzame manier van vervoer is die bijdraagt aan een gezondere samenleving en minder verkeersdrukte. Het rendement op fietsinfrastructuur is vaak enorm hoog, zowel economisch als maatschappelijk.”

Of hij dergelijke gedachten over 10 jaar ook nog heeft valt te bezien, maar hij vermoed van wel. “Dan verwacht ik nog wel aan de slag te zijn in de wereld van mobiliteit – om bij te dragen aan de mobiliteitstransitie en onze steden een stuk groener, veiliger en leefbaarder te maken!”

 

Meer weten? Lees hier onze andere nieuwsartikelen

Van de Tarwewijk naar Itaim Paulista 

Samen met de TU Delft is er onderzoek gedaan naar achterstandwijken in zowel Nederland en Brazilië. Daarop wilde we natuurlijk zelf poolshoogte nemen in Sao Paolo. Lees hier onze eerste bevindingen.
Lees verder
Menu