door

Hink, stap, spring: de disruptieve maatregelen van FMN in Smart Mobility

De provincie Noord-Holland staat, net als de andere provincies in ons land, de komende decennia voor grote uitdagingen op het gebied van mobiliteit. Steden blijven groeien, ruimte is schaars. Disruptieve ontwikkelingen roeren zich onder de oppervlakte, maar regelgeving houdt de innovatie nog even kopje onder. Voor ‘Scenario’s Slimme Mobiliteit Noord-Holland 2050’ haalde de provincie inspiratie op bij onze directeur Alwin Bakker. Hieronder een uitrol van het interview dat hij gaf.

Welke ontwikkelingen zien we en jagen wij als Future Mobility Network de komende jaren aan?

De hink-stap-sprong aanpak

Wij brengen innovatie mobiliteit in de praktijk via de zogenaamde hink-stap-sprong aanpak. We onderzoeken slimme mobiliteitsconcepten eerst in onze eigen, afgesloten testomgeving in Rotterdam, het Future Mobility Park. Er zijn zelfrijdende shuttles, bezorgrobots en sinds kort ook de automatische vendingmachine van Macrostep. Ook heeft de welbekende Hardt Hyperloop er een tweede thuis gevonden. Een mooi uitdagend proces van trial and error, al is het soms hinken.

Veelbelovende concepten maken de volgende stap: er wordt een fieldlab gedraaid op de openbare weg. In samenwerking met andere partijen schaven we verder aan de technologie en mogelijkheden. Daarna springen we in het diepe en richten we een bedrijf op dat het product in de markt zet. Zo is bijvoorbeeld onze Coding the Curbs opgericht. Een digitaal systeem waarin gebruikers parkeerplekken kunnen boeken. Waar een vrachtwagen overdag komt lossen, wordt ‘s avonds een buurtbarbecue georganiseerd. Welke ontwikkelingen zien wij als FMN nog meer?

Op afstand bestuurde auto als opstap richting autonomie

Wegens personeelstekorten bij OV-bedrijven was er een focus op volledige autonome auto’s en vooral shuttles. De koplopersrol van Nederland hierin neemt af en ondanks de inzet van FMN zal het gebruik van autonome auto’s op de openbare weg nog even duren.

FMN richt zich daarom nu ook op een tussenvorm: de op afstand bestuurbare deelauto. Onlangs onder brede belangstelling gelanceerd op ons testpark én de Vakbeurs Openbare Ruimte. De deelauto komt leeg en op maat naar de gebruiker, aangestuurd door een gecertificeerde ‘teledriver’. De auto rijdt in Finland en Estland al op de openbare weg, we zijn nu de weg ingeslagen om dit ook in Nederland te bewerkstelligen.

Met de grotere reikwijdte voor het OV is deze innovatie een add-on op het bestaande systeem en zijn er mogelijk tot de helft minder deelauto’s nodig om in dezelfde mobiliteitsbehoefte te voorzien. Wij zien voor de overheid (en dus ook provincies) een belangrijke rol bij het nadenken over werkgelegenheidsvraagstukken in de transitie naar autonoom rijden.

(lees verder onder de foto)

Van bezit naar gebruik

Persoonlijk bezit van voertuigen zal waarschijnlijk helemaal verdwijnen richting 2050, waardoor mensen tegen een veel lagere prijs over mobiliteit kunnen beschikken. Bij General Motors maken ze nu al voertuigen met het idee dat die nooit het eigendom van iemand anders zullen worden. Waarschijnlijk wordt de toedelingspartij, de tussenlaag tussen overheid en eindgebruiker, in het nieuwe systeem de eigenaar van de voertuigen.

FMN is al bezig met het opzetten van een netwerk van deelmobiliteit door Nederland, bijvoorbeeld door in nieuwe wijken met een lage parkeernorm mobiliteit aan te bieden bij de woning tegen een kleine meerprijs (ca. € 80 per maand). Dit netwerk voor deelmobiliteit is een ander soort netwerk dan we gewend zijn, want meestal denken we bij dat woord aan buslijnen en treinsporen.

Logistiek en autonomous vending machines

Het is inmiddels goed voor te stellen dat er in 2050 ‘zelfrijdende pakjes’ bestaan. Autonoom weten ze de weg naar de klant te vinden en staan in verbinding met het mobiliteitssysteem. Een geheel geautomatiseerde logistieke keten, waarin producenten weer zelf hun goederen naar het grote publiek brengen. Geen hoge marges meer door tussenplatforms en de regie (terug) over de prijs die klanten uiteindelijk voor hun product betalen.

FMN is in dat kader bezig een autonomous vending machine te lanceren. Deze Macrostep is een soort supermarkt op wielen. Met de zelfrijdende verkooprobots kunnen we naar een decentraal verkoopsysteem, waarbij de robots onderling communiceren via blockchain technologie. Transacties kosten immers relatief veel geld wanneer die via een bank verlopen, dus is het goedkoper om ze decentraal te regelen. Met een decentraal systeem zou je mensen ook automatisch kunnen belonen voor gewenst gedrag, bijvoorbeeld buiten de spits reizen of een alternatief voor de auto kiezen.

(lees verder onder de foto)

Brein-computerinterface

Via een brein-computer interface kunnen systemen in 2050 waarschijnlijk aflezen welke behoeften mensen hebben, nog voordat ze zich zelf van die behoeften bewust zijn. Dan kunnen mensen dus ook over (autonome) mobiliteit beschikken op het moment dat ze daaraan behoefte hebben; ze hoeven er zelfs maar aan te denken.

De rol van provincies

We moedigen provincies aan wat betreft ontwikkelingen van slimme mobiliteit na te denken vanuit het digitaal coderen van de buitenruimte. Niemand is nog bezig met het organiseren van een digitale laag over de stad die kan worden gebruikt om robotvoertuigen te laten rijden. Onder welke voorwaarden mogen voertuigen bijvoorbeeld een stad inrijden? Elke stad zal over een paar jaar een eigen city support centre hebben, dat de toegang tot de stad voor bijvoorbeeld vrachtwagens digitaal beheert. Een stad kan dan bijvoorbeeld voor toegang de voorwaarde stellen dat er een parkeerplek geboekt is. Ook kan tijdens de spits de toegang tot drukke wegen aan bepaalde gebruikersgroepen worden ontzegd. 

Zulke digitale toegangssystemen moeten onderling verbonden worden, en bij die bovenregionale sturing ligt een rol voor de provincies. Ze kunnen een rol spelen in het opzetten van deze ‘digitale architectuur’, want dat is een grote opgave. De overheid als geheel moet daarbij wel het idee loslaten dat zij de enige is die sturingsmacht heeft, want tegenover het support centre van de overheid komt eenzelfde centrum van de markt te staan. 

Twee factoren bepalen doorgaans het succes van een innovatie. De eerste is wet- en regelgeving: is er experimenteerruimte, en wordt de innovatie uiteindelijk toegestaan? Nederland loopt op dit punt achter op de rest van de wereld omdat we geen goede visie hebben. De BOEV en de experimenteerwet zijn inmiddels verouderd, aangezien ze sterk gericht zijn op de autonome auto en niets zeggen over de op afstand bestuurde auto. Publieke en private partijen zouden met elkaar in gesprek moeten gaan over wat wél mogelijk is, en over de vraag met welke voertuigen we het verantwoord vinden om te experimenteren, en waar.

De tweede factor is de businesscase: zijn er mensen die voor een innovatie willen betalen, en leidt dat tot een sluitend verdienmodel? FMN ziet een grote markt in ‘het grijze gebied’, oftewel afgesloten industriële en logistieke terreinen (magazijnen, havens, etc.). Daar zijn bedrijven op zoek naar oplossingen voor de personeelskrapte. Bij de businesscase gaat het ook om de kosten van de technologie. Systemen om auto’s op afstand te besturen met behulp van camera’s zijn goedkoper dan volledig autonome systemen met bijvoorbeeld radars. 

Meer weten? Lees hier onze andere nieuwsartikelen

Menu